Na 15 maanden van voorbereiden en intensieve training is het team van manege Zandewierde gisteren gestart met een bijzondere vorm van paardrijden voor mensen met een handicap: het huifbedrijden.

Huifbedrijden is een specifieke vorm van paardrijden voor mensen met een handicap die niet op een paard kunnen zitten. Twee paarden, Tinkers, lopen in een stalen frame voorzien van wielen. In het frame is een soort hangmat gespannen boven de paardenruggen. De ‘ruiter’ ligt hierop en raakt zo net de paardenruggen.

Bloedsomloop
Het hoofddoel van het huifbedrijden is om meervoudig gehandicapten het plezier van paardrijden te geven. Door de loopbeweging van de paardne en hun warmte wordt het lichaam van de gebruiker op een natuurlijke wijze gemasseerd. De bloedsomloop, spieren en darmen worden gestimullerd waardoor men naast een algehele ontspanning ook andere lichamelijke voordelen behaalt, zoals het minderen van het gebruik van laxeermiddelen.

Wim Nijman is ruim 15 maanden met 5 andere vrijwilligers bezig geweest een aantal paarden op te leiden voor deze verantwoordelijke taak. De drie Tinkers, luisterend naar de namen Joep, Bas en Tom bleken uiters leergierig. “Niet elk paard is hiervoor even geschikt. Er zijn er die niet onder het huifbed durven. En ze moeten zich natuurlijk rustig gedragen en goed naar de menner willen luisteren,” vertelt Nijman, “maar met deze gaat het prima, drie andere paarden hebben we afgeserveerd, die waren niet rustig genoeg.”

Voor veel bewoners en clienten van Fatima is huifbedrijden een heel plezierige recreatieve en/of therapeutische activiteit. Het huifbedrijden start ook in eerste instantie voor deze deelnemers. Het is mogelijk geworden door vele sponsoren, waaronder een flinke financiële injectie van de Dusseldorp Groep.

De Federatie Paardrijden Gehandicapten erkent de therapeutische aspecten van het paardrijden. Zij heeft dan ook een werkgroep van bewegings- en gedragswetenschappers benoemd die wetenschappelijk onderzoek naar de effecten van het gebruik van het paard als therapeutisch middel moet formuleren, begeleiden en stimuleren.

Uit: Montferland/Wehl Journaal