1. Denken dat als de keuken lager wordt geplaatst (en de onderkasten worden weggelaten) een goede werksituatie mogelijk is.
Zittend is de werkhouding totaal anders dan staand. Daardoor is het belangrijk dat het werkblad en eventueel de blende niet meer dan 12 centimeter bij elkaar zijn. Anders kunnen de benen niet goed onder het werkblad of moeten de schouders en armen te hoog opgetild worden om comfortabel te kunnen werken.

2. De werkdriehoek niet goed indelen.
Wanneer staand gewerkt wordt is de werkdriehoek koelkast – spoelbak/werkruimte – kookplaat al zeer belangrijk. Bij zittend koken is deze nog belangrijker. Want het is onhandig om voor elke handeling veel van plek te moeten verplaatsen, zeker als daarbij ook nog levensmiddelen of kookattributen moeten worden meegenomen. Een volle pan met hete vloeistof is moeilijk te verplaatsen als de kookplaat en spoelbak niet naast, maar tegenover elkaar geplaatst zijn.

3. Een koelkast of afwasmachine te hoog of laag plaatsen.
Beide moeten vanuit de stoel goed te bereiken zijn. Een verhoging onder de afwasmachine maakt het onderste rek eenvoudiger te bereiken.

4. Geen werkblad naast of bij een magnetron(oven).
Als u een hete schaal uit de oven haalt, wilt u hem snel op een werkblad kunnen zetten. Een uittrekbare werkplank is ook een optie.

5. Een standaard kraan en spoelbak gebruiken
Een kraan moet bediend kunnen worden. Wanneer men niet goed kan reiken of weinig kracht in de handen heeft, is niet elke kraan goed te gebruiken. Een gewone spoelbak is te diep. Hierdoor kan men niet goed met de benen onder de spoelbak komen en is het mogelijk dat de benen verbranden bij het gebruik.